Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen kwam de profeet Jesaja tot den koning Hizkia, en zeide tot hem: [4]Wat hebben die mannen gezegd, en van waar zijn zij tot u gekomen? En Hizkia zeide: Zij zijn uit verren lande tot mij gekomen, uit Babel. 4. Door het ingeven des Heeren wist de profeet wel wat die mannen gezegd hadden; maar hij vraag het om uit Hizkia's eigen mond dat te horen en daaruit gelegenheid te hebben om het woord des Heeren hem aan te zeggen. Aldus heeft ook de profeet Nathan met David gehandeld; 2 Sam.12:1.